Selecteer een pagina

Btw-ondernemers die personeel inlenen krijgen, als de btw-verleggingsregeling niet geldt, een factuur met 21 procent btw. De uitlener verricht een voor de btw belaste dienst aan een inlener en moet 21 procent btw afdragen over deze dienst. Als de inlener een btw-ondernemer is die btw-belaste prestaties verricht, kan hij de gefactureerde btw terugvragen bij vraag 5b in de btw-aangifte.

Er ontstaat een probleem bij detachering indien een uitlener btw berekent en een inlener btw-vrijgestelde prestaties verricht. De inlener kan de btw die aan hem gefactureerd wordt niet terugvragen aangezien hij vrijgestelde prestaties verricht voor de btw. Dit werkt kostprijsverhogend. Daarnaast kan er sprake zijn van een opdrachtverstrekking. Dat betekent dat een btw-ondernemer een andere btw-ondernemer de opdracht geeft om, voor eigen rekening en risico, bepaalde werkzaamheden te verrichten. Hierbij is er geen sprake van uitlenen van personeel.
Het verstrekken van opdrachten is doorgaans belast met 21 procent btw. Enkel het verstrekken van opdrachten aan btw-ondernemers voor wie een btw-vrijstelling van
toepassing is op de uitgevoerde opdracht, is vrijgesteld van btw.

 

Btw en uitlenen van personeel

De staatsecretaris wil voorkomen dat het kostprijsverhogende effect bewerkstelligd wordt in bepaalde sectoren. Daarom heeft hij het tegengaan van het prijsverhogende effect vastgelegd in een besluit. Daarin is, onder voorwaarden, het uitlenen van personeel vrijgesteld van btw:

  • in de onderwijssector,
  • in de gezondheidssector,
  • in de sociaal-culturele sector,
  • aan zogenoemde Euregio’s (samenwerkingsverbanden tussen EU-landen),
  • in het kader van het herstructureren van publiekrechtelijke lichamen, en
  • ter bevordering van arbeidsmobiliteit.

 

Iedere sector heeft andere voorwaarden met betrekking tot de kwalificatie tot structureel uitlenen. Voor de precieze voorwaarden is het verstandig om het genoemde besluit te raadplegen.

 

Tijdelijke vrijstelling btw in verband met corona

Wegens de coronacrisis heeft de overheid goedgekeurd dat het uitlenen van personeel dat wordt ingezet voor het verzorgen en verplegen van mensen in zorginstellingen tijdelijk is vrijgesteld van btw (tot en met 30 juni 2021). Voor de btw-vrijstelling is enige opleiding of achtergrond bij de uitgeleende werknemer niet vereist. Er moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden:

  • de werknemer wordt ingeleend door een zorginstelling of zorginrichting,
  • op de factuur vermeldt de uitlener dat gebruikgemaakt wordt van de goedkeuring die in het beleidsbesluit van 14 april 2020 is genoemd,
  • slechts de brutoloonkosten mogen in rekening worden gebracht aan de inlener (dit bedrag mag eventueel verhoogd worden met 5 procent vanwege administratieve werkzaamheden),
  • met het uitlenen van het zorgpersoneel mag geen winst beoogd worden, en
  • de uitlener heeft recht op aftrek van btw.

 

Btw-verleggingsregel

Indien er geen sprake is van het uitlenen van personeel in de eerdergenoemde sectoren, is het uitlenen van personeel door een btw-ondernemer belast met btw. Een belangrijke vraag die rijst bij het met btw belast uitlenen van personeel is of de btw verlegd moet worden. De btw-verleggingsregeling kan gelden voor een btw-ondernemer indien hij werkzaam is in een van de volgende sectoren: bouw, scheepsbouw, schoonmaakbedrijven of hoveniers.
Vervolgens is van belang of er sprake is van het verrichten van fysieke werkzaamheden aan onroerende zaken en/of schepen. Indien daarvan geen sprake is, dan is de btw-verleggingsregeling niet van toepassing. Bij werkzaamheden die kwalificeren als fysieke werkzaamheden aan een onroerende zaak en/of schip kan gedacht worden aan het bouwen, sloop of schoonmaakwerkzaamheden.

De btw-verleggingsregeling geldt niet indien de medewerker die wordt uitgeleend voornamelijk werkt op de werkplaats van de uitlener of werkt aan een product dat de uitlener zelf heeft verkocht aan de klant. Denk hierbij aan een tegelzetter die is uitgeleend door een tegelzetbedrijf (uitlener) aan een ander tegelzetbedrijf (inlener) om bij een klant van de inlener tegels te zetten, maar waarbij de uitlener de tegels heeft verkocht aan de klant.

De uitlener verlegt de btw aan de inlener indien de btw-verleggingsregeling geldt. Hierdoor is de inlener verantwoordelijk voor het afdragen van de btw aan de Belastingdienst. Als de btw-verleggingsregeling niet geldt, kan een inlener echter alsnog aansprakelijk zijn voor de verschuldigde btw. Het is daarom verstandig om als btw-ondernemer die personeel inleent, waarbij de btw-verleggingsregeling niet geldt, de door de uitlener in rekening gebrachte btw te storten op een G-rekening. Hierdoor loopt een inlener niet het risico dat hij btw moet afdragen die eigenlijk door de uitlener afgedragen zou moeten worden.